Bij het berekenen van stanines (afkorting van 'standard nine') worden ruwe scores omgezet in negen categorieën op basis van de normaalverdeling. Deze stanines zijn zo opgezet dat ze overeenkomen met de normaalverdelingscurve (ook wel de bell curve genoemd) met een gemiddelde van 5 en een standaarddeviatie van 2.
Zoals is te zien in de figuur vallen de meeste scores in de middelste stanines 4 (17%), 5 (20%) en 6 (17%) omdat dit overeenkomt met het middelste gedeelte van de normaalverdeling waar de meerderheid (in totaal 54%) van de scores zich bevindt.
De buitenste stanines (stanine 1, 2, 3 en 7, 8, 9) vertegenwoordigen de uitersten van de verdeling waarin binnen de normaalverdeling de minste scores vallen. Beide uitersten bevatten elk 23% van de scores: Stanine 3 en 7 bevatten elk 12% van de scores, stanine 2 en 8 bevatten elk 7% van de scores en stanine 1 en 9 bevatten elk slechts 4% van de scores.
Vergeleken met decielen, waarbij de scores worden verdeeld in 10 gelijke groepen van 10%, komen scores in de uiteinden van de stanineschaal dus relatief weinig voor, terwijl scores in de middelste categorieën juist relatief veel voorkomen.
Hoe de staninescores kunnen worden geïnterpreteerd is af te lezen in onderstaande tabel:
Stanine |
Percentiel |
Klassegrootte |
Interpretatie |
1 |
1-4 |
4% |
Zeer laag |
2 |
5-11 |
7% |
Laag |
3 |
12-23 |
12% |
Ondergemiddeld |
4 |
24-40 |
17% |
(iets onder) Gemiddeld |
5 |
41-60 |
20% |
Gemiddeld |
6 |
61-77 |
17% |
(iets boven) Gemiddeld |
7 |
78-89 |
12% |
Bovengemiddeld |
8 |
90-96 |
7% |
Hoog |
9 |
97-100 |
4% |
Zeer hoog |